Hoewel het thema wonen de boventoon voerde bij de verkiezingen voor de Provinciale Staten, speelt de zogeheten verdozing van Nederland ook een belangrijke rol. In 10 van de 12 provincies was dit onderdeel van de stellingen van bijvoorbeeld Kieskompas. Alleen Flevoland en Overijssel hadden geen stelling die rechtstreeks betrekking heeft op verdozing of bedrijventerreinen. De vraag is in hoeverre er nog ruimte bestaat voor distributiecentra in Nederland.
Uit een analyse van overheidsdatabase IBIS, waar specifieke eigenschappen zoals de grootte van bedrijventerreinen en beschikbare uitgifte in worden opgenomen, komt naar voren dat er nog flink wat ruimte beschikbaar is. De meest recente cijfers die betrekking hebben op 2021, laten zien dat er nog ruim 10.705 ha beschikbaar is voor uitgifte. Dit komt neer op 13% van het totaal aantal hectare dat ingetekend is als bedrijventerrein. Inmiddels is deze data wat verouderd, maar nog altijd richtinggevend.

Uit de IBIS-database blijkt dat ongeveer 2,4% van het landoppervlakte van Nederland aangewezen is als bedrijventerrein en dat het zwaartepunt ligt in Zuid-Holland en Noord-Brabant. Samen zijn deze provincies goed voor circa 37% van het totaal aan oppervlakte dat is aangewezen als bedrijventerrein. Dat komt vooral door de geografische ligging, in combinatie met de aanwezige infrastructuur. Het mag daarom geen verrassing zijn dat verdozing in deze provincies een grotere rol speelt.
Veel ruimte in Flevoland en Groningen
Gekeken naar de nog beschikbare ruimte springen Flevoland en Groningen eruit. Deze twee provincies hebben relatief gezien veel ruimte beschikbaar op hun bedrijventerreinen. De ruime beschikbaarheid in Flevoland (38% van het totaal) is mogelijk de reden dat er minder problemen zijn met de komst van grote distributiecentra of nieuwe bedrijventerrein, zolang die binnen de visie van de Provincie en zijn gemeenten passen. Zo is Intospace van plan om te bouwen op een kavel van 18 ha bij Lelystad Airport en wil Bol.com mogelijk een nieuw distributiecentrum bouwen op een kavel van 26 hectare. Substantieel grote plannen die een boost kunnen vormen voor de lokale en regionale economie.
Slot op Noord-Brabant
Een andere situatie doet zich voor in Noord-Brabant. Eerder deze maand kwam de provincie met het voorbereidingsbesluit dat nieuwe locaties voor grootschalige logistiek (> 3 ha) moet beperken. Dit in samenwerking met de gemeenten. Nieuwe ontwikkelingen zijn daarmee alleen op aangewezen locaties nog mogelijk, binnen de bestaande plannen. Eerder bracht de provincie naar voren dat de ruimtevraag van bedrijventerreinen in 2022 alleen maar is toegenomen. De uitbreidingsvraag tot en met 2030 wordt geschat op 888 tot 1.236 ha. Hiervan vraagt grootschalige logistiek (>3 ha) 455 tot 586 ha. Het voorgenomen beleid lijkt daarom haaks te staan op de ontwikkelingen en eerdere eigen bevindingen. Hier komt nog bij dat nog ruim 10% van het oppervlak op bedrijfsruimten beschikbaar is, wat neerkomt op bijna 1.600 ha. Gezien de uitbreidingsvraag wordt deze niet volledig vervuld, wat de suggestie wekt dat er voldoende ruimte beschikbaar is, ook zonder nieuwe bedrijventerreinen.
Ook de landelijke politiek houdt zich steeds meer bezig met de verdozing. Na de motie Bontenbal van september 2022, informeerde de regering de Tweede Kamer op 22 december dat er aan een landelijke beleidslijn wordt gewerkt. Deze komt naar verwachting nog dit kwartaal naar buiten. In deze beleidslijn moet er ‘een zwaar toetsingskader komen ter voorkoming van nieuwe grootschalige distributiecentra op ongewenste plekken’. Hierbij lopen Noord-Brabant, Limburg en Gelderland voor de muziek uit. Deze provincies kennen al langer restrictieve maatregelen voor de vestiging van grootschalige distributiecentra op bedrijventerreinen. Andere provincies, en dus ook gemeenten, wachten voorlopig nog tot de beleidslijn er is.
Vraag blijft groot
In de tussentijd blijft de vraag naar logistieke ruimte onverminderd groot, mede door de ontwikkeling van e-commerce. Zonder nieuwbouw ontstaat er daarom steeds meer schaarste. Niet voor niks bedraagt het leegstandspercentage minder dan 2%. De oplossing ligt niet zozeer in de ruimte aangezien die op bedrijventerreinen in voldoende mate aanwezig is zoals het voorbeeld van Noord-Brabant laat zien. Een meer restrictief beleid onder het mom van verdozing helpt ook niet: er is visie nodig. De oplossing om verdozing tegen te gaan en dus ook de vraag die gesteld moet worden, zou meer in de vorm van de ‘dozen’ moeten zitten. Het is nuttiger om te kijken naar hoe distributiecentra landschapinclusief kunnen worden gebouwd, dan de bouw van nieuwe distributiecentra simpelweg tegengaan. Hiermee beperk je mogelijk ook economische ontwikkelingen, die gezien het huidige economisch klimaat juist wel nodig zijn. Ook duurzaamheid kan hier een belangrijke rol in spelen.
Om Nederland als distributieland draaiende te houden is er dus een overheid nodig die de handschoen oppakt, regie neemt en durft te investeren. Het valt dan ook te hopen dat de verwachte landelijke beleidslijn hier meer invulling aan geeft. Tot die tijd zullen provincie en gemeenten immers op hun handen blijven zitten. Daar schiet niemand iets mee op.