De woonoppervlakte per Nederlander was gemiddeld 53 vierkante meter in 2021. De grootte van de woonruimte per persoon verandert met ontwikkelingen in de levensloop, zoals samenwonen, kinderen krijgen, scheiden of verweduwen. Ouderen hebben gemiddeld meer woonruimte dan jongeren. Onder 70-plussers zijn het vooral alleenstaande vrouwen die groter wonen. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.
De cijfers komen uit de Woonbase, het nieuwe woononderzoek op basis van integrale gegevensbronnen. Dit is ontwikkeld door het CBS in samenwerking van het ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijkrelaties.
Verschillen woonoppervlakte per levensfase
De woonruimte per persoon hangt samen met de levensfase waar mensen in zitten. Uit de Woonbase gegevens over 2021 blijkt dat jonge mensen (15 tot 20 jaar) startten met een woonruimte van gemiddeld 56 m2. Naarmate ze ouder worden, neemt dit iets af. Dit heeft te maken met samenwonen en/of het krijgen van kinderen. Wanneer er meer mensen in een huis wonen, wordt dezelfde woning met meer mensen gedeeld, en dus wordt de woonoppervlakte per persoon kleiner.
Vanaf 35 jaar hebben mensen weer meer woonruimte. Oorzaken zijn dan het uit huis gaan van kinderen, scheidingen en nog later ook verweduwing. Hierdoor komen mensen vaker alleen te wonen en hebben ze dus meer ruimte voor zichzelf. Bij (zelfstandig wonende) alleenstaande of samenwonende 70-plussers wordt naar verhouding de grootste woonoppervlakte gemeten: gemiddeld 79 m².

Vrouwen wonen op latere leeftijd groter dan mannen
Niet alleen leeftijd hangt samen met het aantal vierkante meters, ook geslacht speelt een rol. Mannen wonen naar verhouding ruimer dan vrouwen tot de leeftijd van 55 jaar is bereikt. Hierna draait de situatie om en hebben vrouwen gemiddeld meer woonoppervlakte. Vooral bij 70-plussers wordt het verschil tussen mannen en vrouwen groter. Dit komt mogelijk doordat mannen jonger overlijden, waardoor vrouwen gemiddeld vaker alleen achterblijven in een woning.
Alleenstaanden hebben meeste woonruimte
Ook naar huishoudenstype loopt de gemiddelde woonoppervlakte per persoon uiteen. Zo hebben alleenstaanden gemiddeld 87 m² tot hun beschikking. Bij huishoudens met kinderen is dit ruim de helft minder (39 m²) en bij stellen zonder kinderen 63 m². Bij alleenstaanden zijn er ook grote verschillen naar leeftijd. Alleenstaande 70-plussers wonen op gemiddeld 104 m² en alleenstaande 15- tot 30-jarigen op 60 m². Van alle paren zonder kinderen wonen 50- tot 70-jarigen met 69 m² het ruimst en 15- tot 30- jarigen het krapst (46 m²).
Binnen de verschillende huishoudenstypen is het verschil in woonoppervlakte tussen oudere mannen en vrouwen niet groot. Zo wonen alleenstaande mannelijke 70-plussers gemiddeld op 107 m² en is dit bij vrouwen 103 m². Toch zijn het vooral vrouwen die in grotere huizen wonen. Dit komt omdat er meer dan twee keer zo veel oudere alleenstaande vrouwen (583 duizend) als oudere alleenstaande mannen (241 duizend) zijn.

In de Randstad wonen 70-plussers het krapst
Mensen van 70 jaar of ouder, de leeftijdsgroep die gemiddeld de meeste woonoppervlakte heeft, wonen over het algemeen het grootst langs de oostgrens van Nederland. In COROP-gebieden Zuidwest-Friesland en Midden-Limburg hebben zij met iets meer dan 90 m² de grootste woonoppervlakte. In Groot-Rijnmond (68 m²), Groot-Amsterdam (67 m²) en de Zaanstreek (68 m²) wonen 70-plussers het krapst.

Bij het maken van de Woonbase is aan het licht gekomen dat het laatst gepubliceerde cijfer (over 2017) te hoog was (65 m²). In oktober 2022 is dat gecorrigeerd en toegelicht in dit nieuwsbericht. Na de correctie is de gemiddelde woonoppervlakte in 2017 net als in 2021 53 m². In de toelichting worden de verschillen verder uitgelegd.